De fiscale aspecten bij een scheiding

Een echtscheiding en de afspraken die u maakt zullen in vele gevallen ook een fiscale impact hebben. Denk maar aan de belastingsregels rond onderhoudsgeld of de verdeling van de woning. Ook wanneer u beslist feitelijk gescheiden te gaan wonen in afwachting van een wettelijke scheiding of als een voorlopige maatregel zal de fiscus daarmee rekening houden.

Onderhoudsbijdragen voor een kind, onderhoudsuitkeringen voor de ex-partner, ook wel alimentatie genoemd zijn onderhevig aan specifieke fiscale bepalingen. Zeer uitgebreide informatie over de impact van de fiscaliteit en tools voor het berkenen en optimaliseren van uw voordeel kan u vinden op onze specifieke website rond het thema ‘Onderhoudsgeld’ – www.onderhoudsgeldonline.be

Om als 'kind fiscaal ten laste' te blijven mogen de nettobestaansmiddelen van het kind niet meer dan een bepaald maximum bedragen. Met bestaansmiddelen van het kind ten laste wordt bedoeld: al zijn of haar inkomsten. Ook onderhoudsuitkeringen en bezoldigingen van studenten behoren tot de bestaansmiddelen. Voor deze categorieën bestaan er wel vrijstellingen tot een bepaald bedrag. 

De verdeeltaks is van toepassing wanneer één van u beiden de woning(en) overneemt in het kader van de vereffening en verdeling bij een echtscheiding. Sinds 1 januari 2015 gelden nieuwe regels en tarieven voor de toepassing van de verdeeltaks (miserietaks) bij een scheiding. Lees meer over de - verdeeltaks (miserietaks) bij een scheiding
Via onze handige rekentool kan u een simulatie maken van de verdeeltaks en de notariële kosten.
Notariskosten en verdeeltaks bij verdeling woning bij echtscheiding.

Voor het jaar van de feitelijke scheiding worden de partners als getrouwden beschouwd en als dusdanig belast. Zij hoeven maar één aangifte te doen en zij worden gezamenlijk aangeslagen. (Zij kunnen wel bij de belastingen een afzonderlijke berekening vragen)

Het jaar volgend op het jaar van de feitelijke scheiding worden de vroegere partners als alleenstaanden aangeslagen als de scheiding uiteraard voortduurt.
 

Opgelet: de definitie feitelijke scheiding vanuit het oogpunt van de fiscus staat los van het domicilie. De fiscus stelt dat er een feitelijke scheiding bestaat als de echtgenoten werkelijk en duurzaam een verschillende woonplaats hebben (art. 3/15.8 Com IB 1992).

Met woonplaats wordt bedoeld de echte woonplaats, die al dan niet overeenstemt met de administratieve woonplaats (ingeschreven in het bevolkingsregister van een gemeente). Voor de fiscus moet de belastingplichtige bewijzen dat hij werkelijk gescheiden leeft van zijn of haar echtgenoot.

Drie elementen moeten bewezen worden:

  • de begindatum van de feitelijke scheiding
  • de werkelijkheid van de feitelijke scheiding
  • het duurzaam en ononderbroken karakter van de feitelijke scheiding

De fiscus houdt dus rekening met de toestand van feitelijke scheiding, als door middel van een geheel van feiten die genoegzaam ernstig, nauwkeurig en overeenstemmend zijn om een bewijskrachtig vermoeden te vormen van de werkelijke en duurzame afzonderlijke woonplaats, die feitelijke scheiding wordt aangetoond.

De inschrijving in het bevolkingsregister of een attest van de gemeenteoverheid betekenen een wettelijk vermoeden dat de partners werkelijk gescheiden leven. De datum daarvan geldt als het moment vanaf wanneer de echtgenoten feitelijk gescheiden leven.

Het opnemen van de datums en de adressen in de EOT en samen ondertekenen zou in principe moeten volstaan als bewijs. Het is logisch dat in een scheidingsprocedure echtgenoten apart gaan wonen. Zoniet kan een kopie van het huurcontract ook helpen. Bij twijfel kan u informeren bij de ontvanger van uw regio.

Voor de inkomstenjaren voorafgaand aan de feitelijke scheiding (situatie of 1 januari van het inkomstenjaar) dient u af te spreken of nog te betalen of te ontvangen belastingsafrekeningen tussen u beiden onderling verdeeld worden (50/50 of een andere verdeling) OF kiest u ervoor om aan de ontvanger te vragen een berekening te maken voor ieder afzonderlijk.

De fiscale regeling bij scheiding is als volgt:

Voor het inkomstenjaar voorafgaand aan de feitelijke scheiding en het jaar van de feitelijke scheiding zelf, moeten de feitelijk gescheiden (en dus nog gehuwd zijnde) echtgenoten een gezamenlijke aangifte indienen.

Stel dat de partners toch elk afzonderlijk een aangifte indienen, dan zal de belastingadministratie die aanvaarden en zelf de gegevens van die aangiften samenvoegen. Het aanslagbiljet wordt dan ook gevestigd op naam van beide echtgenoten.

Vanaf het jaar volgend op het jaar van de feitelijke scheiding worden de echtgenoten door de belastingadministratie beschouwd als alleenstaanden. De nog niet wettelijk gescheiden echtgenoten dienen dan elk een afzonderlijke aangifte in. Elk ontvangt een afzonderlijke aanslagbiljet.

 

TIP:

 Ontvang de gratis ScheidingsGids boordevol relevante informatie

 

Vraag vrijblijvend advies